DE ZIEKTEVERLOVEN
De ziekteverloven van de ambtenaren van het federaal openbaar ambt worden door de regering in het vizier genomen.
Het koninklijk besluit dat zopas werd onderhandeld in het comité B zal niet worden goedgekeurd door de vakbondsorganisaties.
Niemand betwist het gegeven dat een werkgever zijn recht uitoefent om ambtenaren te controleren die afwezig zijn wegens ziekte. Niemand keurt de situatie goed van diegenen – een minderheid volgens ons – die profiteren van een systeem om er misbruik van te maken. Maar moet om die reden de regeling en de praktijken worden aangepast alvorens over betrouwbare analysemiddelen te beschikken en moet men daarom dure oplossingen voorstellen die de vooropgestelde doelstellingen niet kunnen waarmaken ?
De regering denkt zo te moeten handelen, ook al neemt ze op het niveau van het gezondheidsbeleid van werknemers slechts gedeeltelijk haar wettelijke taken op die ze probeert te doen naleven door de privé-werkgevers.
De statutaire ambtenaren van het openbaar ambt genieten een verschillend systeem van ziekteverlof in vergelijking met het algemeen systeem van de werknemers in de privé. De contractuelen zijn in grote meerderheid onderworpen aan dat privé systeem.
Zoals iedere werkgever, kan de openbare overheid de afwezigheden van de ambtenaren laten controleren, maar de vroegere « administratieve gezondheidsdienst” die nu hervormd is in « administratie van de medische expertise » heeft nooit over de nodige middelen kunnen beschikken om een volwaardig preventief en curatief gezondheidsbeleid uit te stippelen en om o.a. op een efficiënte manier de zieke ambtenaren te controleren.
Bij gebrek aan een coherent project en aan middelen om het te realiseren, werden er noodoplossingen weerhouden zoals de controle van de ambtenaren door « geconventioneerde » artsen die per prestatie worden betaald.
En voor de preventieve geneeskunde waren er vonnissen nodig met de oplegging van dwangsommen om de overheid te verplichten haar verantwoordelijkheid als werkgever op te nemen inzake het preventie- en beschermingsbeleid van de gezondheid. Op dat vlak zijn er nog vele zaken voor verbetering vatbaar.
De regering heeft beslist om het absenteïsme van zieke ambtenaren aan te pakken en haar doelstelling is om het aantal eendagsziekten met 30 % te verminderen en het aantal afwezigheden voor meerdere dagen met 20 %, waardoor waarschijnlijk de argwaan wordt bevestigd die bepaalde vlijtige senatoren en een deel van de publieke opinie laten rusten op het geheel van de ambtenaren.
Om dit te bereiken, één recept en meerdere ingrediënten :
- vanaf de derde afwezigheid voor één dag gedurende hetzelfde
burgerlijk jaar, verplichting om een medisch attest voor te leggen
- de versterking van de controles door 150 artsen die vanaf de
eerste dag van afwezigheid en gedurende de volledige
ziekteperiode zich thuis bij de ambtenaar kunnen aanbieden elke
dag van de week en op ieder moment
- een sanctie voor de ambtenaren die de reglementaire procedures
niet respecteren, door de afwezigheiddagen om te zetten in
verlofdagen voor « vakantie » of in non-activiteit (wat gevolgen
heeft voor de geldelijke anciënniteit en de berekening van het
pensioen)
- dezelfde sanctie voor de ambtenaar die niet als “ziek” werd
erkend door de controlearts (eventueel na een
arbitrageprocedure).
De regering wil uiteraard een beheersbeleid ontwikkelen van de afwezigheden wegens ziekte, geïntegreerd in het beheer van de human resources want bepaalde afwezigheden wegens ziekte kunnen te wijten zijn aan arbeidsomstandigheden, maar men spreekt over plannen die zich in de experimentele fase bevinden en die vanaf 1 oktober veralgemeend zullen worden…
Zou het seizoen van de heksenjacht geopend zijn ?