Sedert 1 januari 2007 zijn er al verschillende omzendbrieven en koninklijke besluiten verschenen in het Staatsblad.
Omzendbrief nr. 564 van 22 december 2006 betreffende de brugdagen voor 2007 – BS van 8 januari 2007
4 dagen dienstvrijstelling in 2007 : 30 april, 18 mei, 16 november en 24 december. (zie Fedmail 21 december 2006)
KB van 15 januari 2007 betreffende de mobiliteit van de ambtenaren – BS van 19 januari 2007
In de vroegere mobiliteitsregeling konden de ambtenaren van het federaal openbaar ambt in een andere federale overheidsdienst benoemd worden. Het koninklijk besluit van 15 januari 2007 geeft een nieuwe omschrijving van de verschillende soorten mobiliteit. Er wordt ook een systeem van interfederale mobiliteit ingevoerd, waarbij de ambtenaren van de gewesten en de gemeenschappen kunnen postuleren voor een betrekking in het federaal openbaar ambt (opgelet : het omgekeerde is nog steeds niet mogelijk !). Het KB bepaalt ook de modaliteiten volgens welke een federale statutaire ambtenaar kan opteren voor federale mobiliteit, conventionele terbeschikkingstelling (indien hij ten minste 50 jaar oud is en ten minste twintig dienstjaren telt die aanspraak verlenen op een rustpensioen van de openbare sector) of ambtshalve mobiliteit (in geval van afschaffing van de betrekking, wegens ongeschiktheid erkend door de pensioencommissie,…). (zie Fedmail van 25 oktober 2006)
KB van 11 januari 2007 tot wijziging van het KB van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen – BS van 30 januari 2007
Er worden twee wijzigingen ingevoegd in hoofdstuk IV – moederschapsbescherming :
- op vraag van de vrouwelijke ambtenaar wordt de periode van arbeidsonderbreking na de negende week verlengd met één week, wanneer de vrouwelijke ambtenaar afwezig is geweest wegens ziekte te wijten aan de zwangerschap gedurende de ganse periode vanaf de zesde week voorafgaand aan de werkelijke datum van de bevalling, of de achtste week wanneer de geboorte van een meerling wordt verwacht ;
- de bezoldiging voor de verlenging van de postnatale rust mag niet meer dan één week bestrijken.
KB van 26 januari 2007 tot wijziging van het KB van 3 september 2000 tot regeling van de tegemoetkoming van de Staat en van sommige instellingen in de vervoerskosten van de federale personeelsleden en omzendbrief nr. 567 van 26 januari 2007 – BS van 31 januari 2007
Sedert 1 januari 2007, datum waarop dit besluit in werking treedt en tot 31 december 2007, kunnen alle gebruikers van het openbaar vervoer zich gratis verplaatsen (dat geldt ook voor het vervoer met de gewestelijke maatschappijen, zoals De Lijn, de MIVB of de TEC). Deze regeling is eveneens van toepassing op de treinkaarten of gecombineerde abonnementen.
De ambtenaren die reeds hun aandeel betaald hebben in de kosten van hun abonnement voor een periode in 2007 hebben recht op de terugbetaling van dit aandeel; ze moeten hiervoor wel een aanvraag indienen bij de personeelsdienst of de stafdienst.
Er zijn tevens terugbetalingsmaatregelen voorzien voor de personeelsleden die hun eigen wagen gebruiken in uitzonderlijke omstandigheden (gehandicapten of geen openbaar vervoer of zelfs onmogelijkheid om gebruik te maken van het openbaar vervoer). (Fedmail van 21 december 2006)
KB van 18 december 2006 tot wijziging van het KB van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen – BS van 7 februari 2007
De onderhandelingen over dit KB hebben plaatsgevonden in maart 2006. Het KB brengt enkele belangrijke wijzigingen in het systeem van de loopbaanonderbreking en dan vooral in het specifieke stelsel van het ouderschapsverlof.
Men kan ouderschapsverlof nemen bij de geboorte van een kind vooraleer het kind de leeftijd van 6 jaar bereikt heeft (nu is dat 4 jaar).
Er zijn verschillende mogelijkheden om de prestaties te verminderen :
- 100% gedurende een periode van 3 maanden met mogelijkheid tot splitsing in periodes van 1 maand ;
- 1/2 voor een periode van 6 maanden met mogelijkheid tot splitsing in periodes van 2 maanden of een veelvoud van 2 ;
- 4/5 voor een periode van 15 maanden met mogelijkheid tot splitsing in periodes van 5 maanden of een veelvoud van 5.
Tijdens het verlof kan men van prestatiestelsel veranderen op basis van het principe : één maand volledige onderbreking van de beroepsloopbaan stemt overeen met 2 maanden halftijdse onderbreking van de beroepsloopbaan en met 5 maanden onderbreking aan 1/5 van de beroepsloopbaan.
Het nettobedrag van de maandelijkse toelage, geïndexeerd aan het cijfer dat sinds 1 oktober 2006 van kracht is, bedraagt :
- volledige loopbaanonderbreking : € 615,56 ;
- 1/2 loopbaanonderbreking : € 283,73 ;
- 1/5 loopbaanonderbreking : € 96,26 ;
voor de ambtenaar die alleen woont met kind(eren) te zijner laste wordt dit bedrag op € 129,44 gebracht.
Wanneer de ambtenaar alleenstaande is en uitsluitend of hoofdzakelijk de last draagt van het kind, wordt de loopbaanonderbreking voor medische bijstand – bij ernstige ziekte van een kind van maximum 16 jaar – op 24 maanden gebracht in geval van volledige onderbreking en op 48 maanden in geval van gedeeltelijke onderbreking. De periodes van volledige en gedeeltelijke onderbreking van de beroepsloopbaan kunnen genomen worden in periodes van minimum 1 maand en maximum 3 maanden, al dan niet opeenvolgend.
De alleenstaande ambtenaar moet een attest van het gemeentebestuur afgeven waaruit de samenstelling van het gezin blijkt.
Hij moet die procedure volgen telkens als hij een aanvraag indient voor de verlenging van een periode van volledige en gedeeltelijke onderbreking van de beroepsloopbaan.