FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUDGET EN BEHEERSCONTROLE
Veralgemeend gratis openbaar vervoer voor de personeelsleden van de federale overheid
Aan de staf- en personeelsdiensten van de besturen en andere diensten van de federale overheidsdiensten en het ministerie van landsverdediging, alsook van de federale openbare instellingen die onder het gezag, de controle of het toezicht van de Staat staan, evenals van de andere federale instellingen die onder de toepassing vallen van het koninklijk besluit van 3 september 2000 inzake de tegemoetkoming in de vervoerskosten van de federale personeelsleden.
Mevrouw de Minister,
Mijnheer de Minister,
Mevrouw de Staatssecretaris,
Mijnheer de Staatssecretaris,
Hierna volgen nieuwe richtlijnen naar aanleiding van het volledig gratis worden van het gemeenschappelijk openbaar vervoer in woon-werkverkeer voor federale ambtenaren met ingang van 1 januari 2007.
Gelet op de grote kostenlast die dit voor de Schatkist meebrengt en die door de onderscheiden federale diensten zal moeten gedragen worden, is het noodzakelijk een aantal richtlijnen te verstrekken om deze kosten binnen aanvaardbare grenzen te houden.
Vooreerst dient de nadruk erop gelegd te worden dat de staf- en personeelsdiensten er zouden op toezien dat geen misbruik zou worden gemaakt bij het aanvragen van abonnementen (inz. netabonnementen) die niet echt noodzakelijk zijn in het woon-werkverkeer.
Daarom dringen wij er ook op aan dat bij alle maatschappijen voor openbaar vervoer jaarabonnementen zouden genomen worden die veel goedkoper zijn dan deze voor een kortere periode. Uiteraard kan het in sommige gevallen toch nog aangewezen zijn andere abonnementen te gebruiken, of zelfs ook nog rittenkaarten, wanneer het personeelsleden betreft waarvan het vaststaat dat zij niet het ganse jaar zullen werken, b.v. contracten van bepaalde duur, vervangingscontracten, vrouwen in zwangerschap,...
Voor personeelsleden die niet voltijds werken, zou het aangewezen zijn dat deze zouden kunnen gebruik maken van abonnementen voor deeltijdse prestaties, zoals nu reeds mogelijk is bij de NMBS. Het is de bedoeling dat wij hiervoor besprekingen opstarten met alle maatschappijen.
Op vraag van de vakorganisaties wordt de tegemoetkoming in de vervoerskosten van personeelsleden, die in uitzonderlijke omstandigheden hun eigen voertuig mogen gebruiken en waarbij de personen met een lichamelijke verhindering nu reeds 100% tegemoetkoming genieten op basis van de prijs van de maandtreinkaart over de aangenomen afstand, uitgebreid tot de andere personeelscategorieën die eveneens onder toepassing vallen van artikel 10, inz. 2°, 3° en 4°, van het koninklijk besluit van 3 september 2000.
Teneinde deze kosten wat dit betreft zoveel mogelijk te beperken, dringen wij er bij de verantwoordelijke federale overheden op aan dat de toestemmingen om eigen motorvoertuigen te gebruiken zoveel mogelijk zouden beperkt worden en daar waar het kan, het gebruik van de gemeenschappelijke openbare vervoermiddelen zou opgelegd worden. Het is immers de bedoeling bij het toekennen van gratis abonnementen dat de ambtenaren massaal het openbaar vervoer zouden gebruiken om aldus het leefmilieu en de natuur te vrijwaren.
Wij dringen erop aan dat in alle federale overheidsdiensten en in alle federale openbare instellingen, waar het koninklijk besluit van 3 september 2000 inzake de tegemoetkoming in de vervoerskosten - openbaar vervoer van toepassing is, een personeelslid van de staf- of personeelsdienst er speciaal zou mee belast worden de gegevens en statistieken betreffende het gratis woon-werkverkeer van de personeelsleden in zijn federale overheidsdienst of instelling nauwkeurig bij te houden.
Het is tevens de bedoeling de FOD Mobiliteit en Vervoer zeer nauw bij de verdere afhandeling van dit dossier te betrekken.
Tot slot dient nog te worden aangestipt dat deze nieuwe regeling uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2007. Hieruit volgt dan ook dat de personeelsleden die reeds hun deel in de kosten van hun abonnement betaalden voor een periode in 2007, recht zullen hebben op terugbetaling van dit deel 2007, en dit via een aanvraag bij hun staf- of personeelsdienst.
Brussel, 26 januari 2007.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting,
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE
De Minister van Ambtenarenzaken,
C. DUPONT
Publicatie : 31 januari 2007