Samengevoegde vragen van :
- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het opnemen van de gehypothekeerde capaciteit in de politiezones ten gevolge van de stakingen van de penitentiaire beambten" (nr. 13250)
- de heer Daniel Bacquelaine aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de aanzienlijke gevolgen van de stakingen van het penitentiair personeel voor de operationele capaciteit van de politiezones" (nr. 13299)
Melchior Wathelet (cdH) : Ik heb minister Dewael daarover op 8 november jongstleden al ondervraagd. In geval van staking in een strafinrichting worden eerst de DAR en de interventiekorpsen ingeschakeld, samen met de politiezone op het grondgebied waarvan de strafinrichting is gevestigd. Wanneer de staking langer dan 72 uur aanhoudt, kan die zone een beroep doen op de gehypothekeerde capaciteit van de politiezones uit de omgeving om in de strafinrichting te worden ingezet. Volgens de minister van Binnenlandse Zaken voorziet een akkoord dat u met de vakbondsorganisaties van het personeel van de strafinrichtingen hebt gesloten in een termijn van 48 uur voor stakingsaanzeggingen. Men heeft zich in het verleden weliswaar aan die termijn gehouden, maar dat zou thans niet meer het geval zijn. De inachtneming van die termijn is echter absoluut noodzakelijk om de politiediensten in staat te stellen de nodige regelingen te treffen. Welke maatregelen zal u nemen om ervoor te zorgen dat men zich aan die termijn houdt ?
De minister van Binnenlandse Zaken wil dat de penitentiaire beambten een minimumdienst opgelegd wordt, zodat er niet systematisch een beroep gedaan hoeft te worden op de lokale politiediensten, wat toch een vervelende situatie is. Wat is uw standpunt over die oplossing ?
Gelet op de verminderde arbeidsprestatie van de penitentiaire beambten tijdens de staking, bespaart de FOD Justitie in zekere zin geld. Zou het volgens u mogelijk zijn een mechanisme uit te werken om de kosten van de FOD Binnenlandse Zaken te verhalen op de FOD Justitie ? De minister van Binnenlandse Zaken voelt begrijpelijkerwijs wel wat voor dat idee.
Daniel Bacquelaine (MR) : Het stakingsrecht is een grondrecht. Niettemin moet de veiligheid in de strafinstellingen te allen tijde gewaarborgd zijn. Al te vaak worden de politiezones in allerijl te hulp geroepen omdat ergens een wilde staking uitbreekt, wat belangrijke consequenties heeft voor de werking van de zones. Om wilde stakingen te voorkomen werd na onderhandelingen met de vakbonden een protocol ondertekend. Alleen moeten we nu vaststellen dat de vakbonden dat protocol niet nakomen. De politiezones met strafinrichtingen op hun grondgebied moeten zoveel politiepersoneel inzetten dat ze niet langer in staat zijn de dienstverlening aan de bevolking te verzekeren.
In het verslag van de commissie voor de preventie van foltering (CPF) naar aanleiding van het bezoek aan België in april 2005 wordt de Belgische overheid aanbevolen maatregelen te nemen met het oog op de invoering van een gewaarborgde dienst in de penitentiaire sector. Het verheugt me overigens dat het cdH zich aansluit bij het begrip “minimumdienst”, dat door de CPF wordt beschouwd als “de enige oplossing om ernstige gevolgen te voorkomen”. In oktober 2005 liet u verstaan dat niet alle vakbondsorganisaties zich met dat protocol akkoord hadden verklaard. Is daar intussen verandering in gekomen ? Werden wijzigingen aangebracht aan het protocol en beschikt u over de nodige middelen om de naleving ervan af te dwingen ? Kan van de penitentiair beambten niet worden geëist dat ze een minimumdienst verzekeren ? Op zijn minst zou kunnen worden gedacht aan de aanwezigheid van een minimumaantal hoofdbewaarders en bewaarders ; de politiebeambten die, in geval van staking, worden ingezet om de veiligheid in de gevangenissen te handhaven, zijn immers niet altijd in staat mogelijke incidenten in de hand te houden. De minister van Binnenlandse Zaken heeft de bevoegdheid de politiebeambten die gebruik willen maken van het stakingsrecht, te gelasten het werk te hervatten. Hij beschikt dus in zekere zin over de mogelijkheid een minimumdienst in te voeren bij de politie. De burgemeester en het politiecollege beschikken ten aanzien van de lokale politie over dezelfde bevoegdheid. Kan voor de penitentiair beambten niet aan een vergelijkbare oplossing worden gedacht ?
Minister Laurette Onkelinx : De toestand is niet nieuw. De huidige dalende trend van het aantal stakingen is het resultaat van lange besprekingen die ik met de vakbonden heb gevoerd. Ik heb hun met name een protocol betreffende de stakingsaanzegging voorgesteld, dat in oktober 2005 van kracht werd. Alleen het ACV-CSC heeft het ondertekend. De liberale vakbond achtte het protocol onaanvaardbaar omdat een wilde staking niet toegestaan was, en heeft het verworpen. De CGSP ACOD heeft het niet ondertekend omdat er geen eensgezindheid over bestond. Dit gezegd zijnde, wordt het protocol sinds september 2005 over het algemeen door alle vakbondsorganisaties nageleefd, in tegenstelling tot de informatie waarover mijn collega van Binnenlandse Zaken beschikt. Dankzij het protocol kon de sociale dialoog worden hersteld en konden in veel gevallen oplossingen worden gevonden. Bovendien blijven leden van het bewakingspersoneel tijdens stakingen aan het werk. Wat stakingen voor de ordediensten zo moeilijk maakt, is de onvoorspelbaarheid van het exacte aantal beambten dat van dag tot dag op post zal zijn. Het aantal politiebeambten dat zal moeten worden ingezet, kan vooraf immers nooit precies worden gepland. Ik ben mij uiteraard bewust van de moeilijkheden die die stakingen meebrengen, en daarom heb ik op de ondertekening van dat protocol aangedrongen.
De regering kiest momenteel niet voor een financiële compensatie tussen de FOD's Justitie en Binnenlandse Zaken. Voor de prestaties van de diverse betrokkenen geldt een solidariteitsprincipe. Voorts wordt bij de berekening van de federale dotatie rekening gehouden met de eventuele lasten die de aanwezigheid van een gevangenis op het grondgebied van de zone meebrengt. De volgende regering moet een herziening van de financiering van de politiezones op haar agenda plaatsen. Dat punt zou een onderdeel van de denkoefening kunnen zijn. De invoering van een minimumdienstverlening veronderstelt een wetswijziging. Ik neem er nota van dat de MR en het cdH daar nu al voorstander van zijn. Dat is een belangrijk element.
Melchior Wathelet (cdH) : Wij hadden dat al gezegd.
Minister Laurette Onkelinx : Maar nooit zo duidelijk. Een dergelijke wijziging vereist een democratisch debat en overleg met de vakbonden. Ik zal de vakbonden in kennis stellen van de vragen en interpellaties van vandaag. Ik zal u ons standpunt ter zake meedelen.
Melchior Wathelet (cdH) : Mevrouw de minister, u heeft het pijnpunt blootgelegd. Tijdens de stakingen vragen de betrokken politiezones zich elke dag af hoeveel personeelsleden ze voor het toezicht in de strafinrichtingen zullen moeten inzetten. Het is daar dat vooruitgang moet worden geboekt. Dat protocol was een eerste stap in de goede richting. Met een verplichte minimumdienst verkeren de zones niet langer in die eeuwige onzekerheid over het aantal manschappen dat ze als versterking moeten sturen. Dit probleem bestaat al geruime tijd. Eén vakbond heeft zich alvast constructief opgesteld en heeft het protocol aanvaard. Laten we die weg verder bewandelen. Voor de compensatieregeling tussen de FOD Binnenlandse Zaken en de FOD Justitie moet rekening gehouden worden met alle zones die rechtstreeks nadeel ondervinden.
Daniel Bacquelaine (MR) : Ik ben blij dat u een democratisch debat wil voeren over de invoering van de minimumdienst. Wanneer wil u dat op de agenda plaatsen, opdat we dit onderwerp uitputtend kunnen bespreken ?
Minister Laurette Onkelinx : Er is zeer regelmatig overleg met de vakbonden. Ik zal dit punt tijdens de volgende overlegvergadering aan de orde stellen.
Daniel Bacquelaine (MR) : De minimumdienst in de openbare diensten is volgens mij over het algemeen gesproken noodzakelijk omdat elke burger dezelfde dienstverlening mag verwachten en dat gelijkheidsprincipe gerespecteerd moet worden. In dit geval is het zelfs nog belangrijker, gezien de onmiddellijke repercussies op het werk van de ordediensten in de politiezones. Als er een minimumdienst opgelegd kan worden in de politiezones, moet dat volgens mij ook zo zijn in de gevangenissen, zodat de politieagenten kunnen instaan voor de veiligheid in hun zone.
Het incident is gesloten.